Skip to content

“Ga niet graven op de plek van de oude sloot”

Een uitspraak die de huidige bewoner prikkelde, toen hij deze te horen kreeg. Een onderzoek in de archieven en in de geschiedenis van het dorp volgde. Daaruit bleek dat er zich nogal wat WOII-gebeurtenissen hebben afgespeeld op de plek van zijn woning. Het is een soort dorpsgeheim, maar de huidige bewoner onderzoekt de executie van een echtpaar, een fout echtpaar.

Harald Gortz

Harald Gortz

Harald is Business Consultant bij IMAGEM. Hij schakelt tussen business, commercie en de techniek en is inhoudelijk bezig met de klant. Hij werkt samen met de ontwikkelaar aan oplossingen voor de openbare orde en veiligheidsmarkt, onderwijsinstellingen of voor digital twins.

Data uit de vorige eeuw

Dit is één van de onderzoeken in het kader van een documentaire over de vervolging van Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog, vanwege hulp aan de vijand. In 2025 wordt het historische justitiële archief CABR (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging) algemeen toegankelijk gemaakt, ook digitaal. Een archief met meer dan 3,5 kilometer aan dossiers en 360.000 verdachten. Lex Runderkamp, verslaggever bij de NOS, heeft toestemming van het Nationaal Archief gekregen om een serie te maken over dit enorme archief, zodat elke Nederlander in 2025 weet wat daar opgeslagen ligt aan materiaal. Met behulp van geo laten wij het verleden nu alvast tot leven komen.

In maart 1945, bijna 76 jaar geleden, vond deze executie plaats. De vrouw zou begraven zijn op zijn terrein, op de plek van de oude sloot. Nu is deze plek alleen bekend vanuit de overlevering. Nu, 76 jaar later rijst de vraag, is het mogelijk om de locatie van de oude sloot nog te vinden?

Tijdens WOII heeft de Royal Air Force (RAF) beelden van Nederland uit de lucht gemaakt. Beelden die gebruikt werden voor inlichtingen, het bepalen van aanvliegroutes of om het effect van een bombardement te bepalen. Vanuit dit enorme beeldarchief is een aantal opnames van gewenste gebied beschikbaar. Ik heb gebruik gemaakt van de opnames uit 1944 en 1945. We hebben ‘geluk’ dat de opnames gemaakt zijn precies in de periode dat de executie heeft plaatsgevonden.

Het verleden in het heden

Echter deze beelden hebben (nog) geen coördinaten. De eerste stap die we dus moeten zetten is het georefereren van deze beelden. Georefereren is het positioneren van beelden door het toekennen van wereldcoördinaten. In ERDAS IMAGINE kan dit gemakkelijk met AutoSync workstation uitgevoerd worden. We nemen daarvoor het historische beeld en een recente luchtfoto, waarbij we op beide beelden de overeenkomstige punten aangeven. Bijvoorbeeld de hoekpunten van huizen die in beide foto’s voorkomen.

Het historische beeld moet namelijk niet alleen op de juiste plek gelegd worden, maar ook gecorrigeerd worden. Eigenlijk wordt het beeld gedraaid en uitgerekt op basis van het referentiebeeld (de recente luchtfoto). We moeten minimaal drie overeenkomstige punten tussen het historische beeld en het referentiebeeld opgeven om de computer zijn werk te laten doen.

Vervolgens kunnen we met Automatic Point Measurement (APM) de computer overeenkomstige tie points (overeenkomstige punten in de beide foto’s) bepalen. We zien dat de computer dat beter kan dan wij met onze ogen, er worden meerdere tie points berekend.

Nadat de tie points zijn berekend, kan de computer het historische beeld kalibreren. Op deze wijze wordt het historische beeld op de juiste geografische plek ‘gelegd’. Op onderstaande afbeelding kunnen we dit zien, het historische beeld van 77 jaar geleden valt samen met het beeld van nu. Verschillen tussen toen en nu vallen op.

De BGT gebruiken

Nu is er in Nederland enorm veel data beschikbaar: beeldmateriaal, hoogtebestanden en basisregistraties. Deze data kunnen we gebruiken om het verleden tot leven te laten komen. Als eerste nemen we de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en leggen deze over het historische beeld van november 1944.

De BGT is een digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd. De kaart is op 20 centimeter nauwkeurig en bevat veel details, zoals je die in de werkelijkheid ook ziet. Denk aan bomen, wegen en gebouwen. Kortom: de inrichting van de fysieke omgeving.

Verschillen in loop van wegen en sloten van toen (op beeld) en nu (de BGT) zijn gelijk zichtbaar. Nu het beeld uit 1944 goed ligt, kunnen de sloten uit 1944 gedigitaliseerd worden.

Vervolgens kunnen we de beelden uit 1945 ook georefereren en combineren met de data. In onderstaande afbeeldingen zien we dat de sloten in maart en april 1945 ten opzichte van het beeld uit november 1944 minder goed tot niet zichtbaar zijn. De sloten lijken te verdwijnen.

Voor de zekerheid kijken we naar de temperatuur van de die data, kan het zijn dat de sloten bevroren zijn en zo een vertekend beeld geven. Plantengroei kan het niet zijn geweest in die periode van het jaar.  Op de website van Weerstatistieken kunnen we de temperaturen van die dagen opzoeken:

Op alle opname momenten was de temperatuur ver boven het vriespunt, de sloten waren dus niet bevroren. Misschien was men in 1945 al bezig op het terrein met grondwerkzaamheden en is dit misschien de aanleiding geweest om het lijk hier te begraven? Tussen de grondwerkzaamheden zou het immers het niet opvallen.

We hebben nu de bevestiging dat er inderdaad sloten op het terrein hebben gelegen. Omdat we meerdere beelden hebben uit die periode kunnen we ook zien kunnen dat rondom het moment het begraven van het lijk, veranderingen op de locatie plaats hebben gevonden. We kunnen nu de sloten uit 1944 (die we gedigitaliseerd hebben) over de luchtfoto van vandaag leggen. Deze combineren we met de wegen (wit), bebouwing (rood) en oppervlaktewater (blauw) uit de BGT.

Verder met hoogtebestanden

We zien dat de sloot uit 1944 aan de rechterzijde van het perceel nu deels onder de oprit van de huidige bebouwing ligt. In het midden van het terrein staan nu bomen. Alleen de locatie van de sloot die parallel aan de watergang lag, ligt nog in open terrein.

Om te kijken of de sloot nog zichtbaar gemaakt kan worden, gaan we het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) gebruiken. Dat is de digitale hoogtekaart voor heel Nederland. Het bevat gedetailleerde en precieze hoogtegegevens met gemiddeld acht hoogtemetingen per vierkante meter. Zo hebben archeologen aan de hand van kleine hoogteverschillen in weilanden oude nederzettingen opgespoord die voor het blote oog niet te zien waren.

Nu is er op de locatie na 1945 een huis gebouwd, dit huis is in de afgelopen jaren vervangen door de huidige bebouwing. Tijdens deze verbouwing werd een artefact uit WOII op de zolder aangetroffen, dit vormde de aanleiding om verder te gaan zoeken wat uiteindelijk tot de uitspraak “Ga niet graven op de plek van de oude sloot”, heeft geleid.

De datasets van het AHN1, AHN2, AHN3 en AHN4 zijn beschikbaar als Open Data. Dat betekent dat de data door iedereen gratis en zonder beperkingen te gebruiken is. Zowel de rasterdata als de puntenwolken zijn te downloaden via PDOK en het Nationaal Georegister.

Ik heb gebruik gemaakt van de AHN2 (2011), AHN3 (2015) en AHN4 (2021) om de hoogteverschillen in het terrein zichtbaar te maken. De AHN1 is helaas minder geschikt (door de lagere puntdichtheid) om op het detail niveau van een perceel te kijken.

Puntenwolken zijn mooie datasets om mee te werken, ze geven op snelle en eenvoudige manier de wereld in 3D weer. Zelfs minimale hoogteverschillen in het terrein zijn goed te visualiseren.

Het Balloërveld in Drenthe is hier een mooi voorbeeld van, het veld is overigens nooit ontgonnen. Door het reliëf te berekenen krijgen we inzicht in het terrein. Van grafheuvels uit de prehistorie tot een Duitse tankgracht (Frieslandriegel) uit de Tweede Wereldoorlog zijn tot op de dag van vandaag nog zichtbaar.

Deze techniek, reliëf, gaan we ook gebruiken voor het desbetreffende terrein. Kunnen we hiermee de locatie van sloten en de locatie van een mogelijk graf inzichtelijk krijgen?

De eerste analyse is het maken van een dwarsprofiel. Door het trekken van een lijn, dwars over het perceel wordt een doorsnede van het terrein gemaakt. Deze analyse doen we op het AHN3. De reden daarvoor is de verbouwing die in de periode na de opname van de AHN3 heeft plaatsgevonden. De grond is daarbij nog een keer geroerd.

Het dwarsprofiel laat wel minimale hoogteverschillen zien. De sloot die parallel aan de watergang heeft gelopen (en daarmee dwars op de doorsnede) kunnen we niet in het profiel herkennen.

Door gebruik te maken van de pointcloud tooling in ERDAS IMAGINE is onderstaand model snel gemaakt. Uit de puntenwolk selecteer ik alleen de laserpunten van de locatie die grond voorstellen, dit zijn alle punten die geclassificeerd zijn met waarde 2. Vervolgens worden de volgende kaarten gemaakt:

  • Surface: een terreinmodel de hoogte van het terrein laat zien
  • Relief: een 3D weergave van het terrein
  • Degree Slope: hellingen in het terrein

Dit doen we voor de AHN2, AHN3 en AHN4. Op deze manier selecteren we alleen de punten op de locatie en dan alleen de punten die we willen gebruiken (grond) vervolgens worden de berekeningen uitgevoerd. Op deze manier wordt elke dataset AHN2, AHN3 en AHN4 op dezelfde wijze verwerkt, zodat we de resultaten met elkaar kunnen vergelijken. Dit zijn de resultaten:

Surface: Het slotenpatroon uit 1944 komt overeen met de lagere delen in het terrein.

Slope: De huidige slootrand, rode lijnen, zijn goed te herkennen, het sloten patroon uit 1944 tekent zich niet duidelijk af.

Reliëf: Het slotenpatroon uit 1944 is als lichte glooiingen herkenbaar in het reliëf.

Duidelijk zichtbaar zijn de verlagingen in het terrein die we in de surface en het relief kunnen zien. Deze komen overeen met de sloten uit de jaren 33 – 45. Dit verklaart ook de huidige vochtige plekken in het terrein (de plekken waar als eerste het water blijft staan), aldus de bewoner.

mysterie opgelost?

Concreet, door de luchtfoto’s uit de periode 1994, 1945 te georeferen en vervolgens te combineren met huidige data als BGT en AHN kunnen we de sloten van toen weer zichtbaar maken.

Onderstaand de luchtfoto uit 2021 met daarop in het rood de huidige bebouwing, in het wit de huidige weg en in het donkerblauw de huidige sloten. In het lichtblauw heb ik het sloten patroon van de situatie in 1944 weergegeven. Door vanuit de gevel van de huidige bebouwing te meten, is het mogelijk om de oude sloten in het veld uit te zetten.

Is het nu mogelijk om de locatie van het eventuele lijk terug te vinden? Dat is een uitdagende opgave. Met grondradar is het mogelijk om veranderingen in de bodem op te sporen. Helaas is het lichaam niet begraven in een grafkuil, maar in een sloot die vervolgens dichtgegooid is, vermoedelijk zijn er allerlei materialen bovenop gestort. Dit maakt het onmogelijk om reflecties van botten (als die al zichtbaar zijn) te onderscheiden van andere materialen als puin, boomwortels en kleiklompen.

Als er metaal bij het lijk begraven, dan is zou het verwijderen van een laag grond, dan scannen met de detector, dan weer een laag verwijderen en weer scannen een mogelijke methode kunnen zijn.

Het uitzetten, afgraven en zeven van de grond is vermoedelijk de enige optie, daarbij ligt een deel van oude sloten onder de oprit van naastliggende perceel. Het andere deel bevindt zich op de plek waar nu bomen zijn. Een uitdaging om daar te graven met alle wortels die men daar tegen zal komen.

We mogen dan de oude sloten in het terrein teruggevonden hebben. Maar of er daadwerkelijk een lichaam of lichamen begraven zijn, dat zal vermoedelijk een mysterie blijven.